The Itsy Bitsy spider...

Spinnen

Overlast door spinnen? Traas Ongediertebestrijding weert spinnen op een milieuverantwoordelijke manier! Het schoonmaken van een ruimte vrij van spinnenwebben zal u of uw medewerkers heel wat tijd en kosten besparen, daarnaast zorgt u ervoor dat uw huis en/of bedrijfspand er representatief uit blijft zien.

Spinnen kunnen voor veel overlast zorgen. Ze zijn vaak actief in groepen waardoor ze op meerdere plekken te vinden zijn.

Spinnen klein of groot

Spinnen hebben een kop en borststuk dat vergroeid is. In de kop van spinnen bevinden zich 2 tasters en 2 grote, sterke kaken. Deze kaken hebben puntige gif klauwen met een kanaal dat richting gifklieren loopt. Bij een beet van een spin wordt het gif via een kanaaltje het lichaam van een mijt of insect ingespoten of geperst. Voor mensen is een spinnenbeet ongevaarlijk. Enkel de spinnenwebben die ze maken zijn hinderlijk voor mensen.

Er bestaan meer dan 45.000 soorten spinnen, waarvan er ongeveer 700 in Nederland leven. De 3 meest voorkomende spinnen in Nederland zijn de gewone huisspin, de trilspin en de kruisspin.

Feitjes over spinnen:
  • De gemiddelde leeftijd van spinnen ligt tussen de 1 en 5 jaar, behalve bij tarantula’s. Die kunnen wel 20 jaar worden.
  • In iedere woning leven ongeveer 1.000 spinnen.
  • Spinnen hebben geen oren, ze horen met de haren op hun poten.
  • Het bloed van spinnen is lichtblauw van kleur.
  • Een spin legt 100-200 eitjes per keer.
  • Spinnen hebben spinklieren in hun achterlijf zitten waarmee ze zowel dikke als dunne draden kunnen maken voor hun web.
  • Dat spinnen enkel op stoffige huizen afkomen is een fabel, want ze maken hun web het liefst op een stofvrije plek.

Maak kennis met...

Gewone huisspin

De gewone huisspin is herkenbaar aan zijn bruine lijf met lichte vlekken en zijn trechtervormige spinnenweb. De vrouwelijke huisspin is groter dan de mannelijke, ze wordt gemiddeld 18 mm groot en de mannelijke huisspin 15 mm. De huisspinnen staan bekend om hun slordig gespinde webben.

Bosmuizen graven en klimmen graag. Door hun lange achterpoten zijn het uitstekende springers. Ze kunnen wel 65 cm hoog en tot 80 cm ver springen.

Bosmuizen leven van groene plantendelen, noten, zaden, insecten, wormen e.d. Bij voorkeur leven ze aan de bosrand met een dichte ondergroei, of open bos plekken met struikgewas, maar ook in aangrenzende tuinen met bomen en struikgewas.

De bosmuis woont in een zelf gegraven ondergronds hol, die wel tot wel 1 meter diep kan liggen. 

Een vrouwtje werpt gemiddeld 2 tot 4 keer per jaar, met een nestgrootte van 3 tot 7 jongen. De maximale leeftijd is ongeveer 1 jaar.

Bij bloemkwekerijen kunnen bosmuizen veel schade aanrichten. Dit doordat ze knagen aan de bloemknoppen. In de land- en tuinbouw eten ze graag aan bietenzaadjes. Verder knagen ze graag aan consumptienoten en gedroogde vruchten.

Er kan ook schade zijn door geuroverlast. Deze geur lijkt op wildgeur.

  • Voorkom zoveel mogelijk aanbod van voedsel.
  • Verwijder hoog gras en voorkom rommelhoeken.
  • Openingen in buitenmuren kunnen worden gedicht.
  • Ventilatieopeningen maximaal op 0,5 cm breedte houden en fijnmazig gaas gebruiken.
  • Kieren onder deuren kunnen met een strip worden afgedicht.
  • Geeft u de voorkeur aan een natuurlijke bestrijding, dan kan dit ook. Zet natuurlijke vijanden om de overlast te beperken. Enkele voorbeelden zijn:

    • Torenvalk,
    • Bosuil
    • Kerkuil
    • Steenuil
    • Velduil

    Indien gewenst kan Traas Nature Care diverse faunavoorzieningen leveren, zodat de omgeving voor de valken en uilen extra aantrekkelijk wordt.

Trilspin

Trilspinnen zijn een stuk kleiner dan de gewone huisspin, ze zijn 7 tot 10 mm groot. De trilspin maakt ook slordige webben en spinnen deze vaak aan het plafond of achter meubels.

Huismuizen komen vooral in gebouwen voor, vaak boven de plafonds en zijn vooral ’s nachts actief. Ze eten alles, maar bij voorkeur graan, peulvruchten en noten. De uitwerpselen zijn 0,3 tot 0,8 cm lang en 0,1 tot 0,3 cm dik, vrij spits van vorm. Per dag eten ze 3 tot 5 gram voedsel. 

Het wijfje werpt jaarlijks 6 tot 10 worpen van 5 tot 6 jongen. De jongen zijn na 2 maanden geslachtsrijp, de draagtijd is 3 weken. De gemiddelde levensverwachting van de huismuis is ongeveer 1 jaar.

  • Huismuizen kunnen voor behoorlijk wat schade en overlast zorgen. Naast het feit dat ze van voedselvoorraden eten, veroorzaken ze ook knaagschade en kunnen ziektekiemen verspreiden.
  • Zorg dat terreinen vrij zijn van ruige begroeiing.
  • Zorg voor een goed weidebeheer, houd de grasmat kort en egaal, maak slootkanten schoon en de begroeiing kort.
  • Boomgaarden: De bomenrij in zwarte grond zetten en bodembegroeiing kort houden.

Kruisspin

De kruisspin komt u minder snel tegen in huis, ze voelen zich hier namelijk niet fijn. Ze zijn voornamelijk te vinden in tuinen of parken. De kruisspin heeft een kruisvormig teken op het lijf. In tegenstelling tot de huisspin en de trilspin, spint de kruisspin wel een net web. Ze maken wielvormige webben. Deze spinnen zijn niet gevaarlijk, maar kunnen wel bijten.

Spitsmuizen zijn erg vlugge en beweegbare muizen. Ze leven voornamelijk ’s nachts en brengen een zacht piepend, fluitend of tjilpend geluid voort. Het zijn goede zwemmers. Ze houden geen winterslaap.

Ze eten vooral insecten als wormen, slakken, spinnen en larven, maar ook plantaardig materiaal. Onder boomwortels graven ze holen, maar ook andere muizenholen of mollengangen worden benut.

Het liefst zijn ze in ruig terrein; kreupelhout, struikgewas, bosranden en tuinen, maar ook in de bebouwde kom kun je ze tegenkomen in bouwafval of gestort puin.

De uitwerpselen zijn 0,4 tot 1 cm lang en 0,3 tot 0,4 cm dik, vaak in klonten aaneen geklit. Keutels zijn altijd wel vastgeplakt, onregelmatig van vorm, donkerbruin tot zwart van kleur en ze bevatten veel zand. Vaak zijn er nog glinsterende insectenresten in te herkennen. Per dag eten ze hun eigen gewicht aan voedsel op.

Spitsmuizen worden gemiddeld 2 á 3 jaar oud. Ze planten zich voort in de periode maart tot oktober. Na een draagtijd van 28 tot 33 dagen worden er 4 tot 6 jongen geboren. Ze werpen gemiddeld 2 tot 4 keer per jaar.

Spitsmuizen geven een ranzige stank. Verder geven ze veel vervuiling door urine en uitwerpselen. Boven het plafond zijn ze vaak te horen door piepgeluiden en kreten. Ze kunnen bepaalde ziektes met zich meedragen.

  • Alle openingen in buitenmuren muisdicht maken, dus kleiner dan 0,5 cm, vooral stootvoegen en ventilatieopeningen.
  • Zorg ook dat kieren onder deuren niet te groot zijn.

Wielspin

Wielspinnen zijn de bekendste soort spinnen. Ze hebben hun naam te danken aan het wielvormige web die ze maken. Het web gebruiken ze om hun prooien mee te vangen. Andere soorten vangen hun prooien met trechtervormige webben, een hangmat of een buis.

Veldmuizen zijn goede gravers. Ze leven bij voorkeur op een droge, zonnige en beschutte plaats, maar wel met ruige en dichte plantengroei. Ze eten graag graangewassen, bollen, aardappelen, kool wortels en boomschors. De holen waarin ze leven graven ze zelf. Meestal horizontaal, maar het komt ook voor dat deze soms loodrecht of schuin omlaag worden gegraven, met soms wel een diepte van 60 cm. De uitgangen zijn altijd geopend en onderling verbonden door typerende looppaadjes.

De uitwerpselen zijn 0,4 tot 0,8 cm lang en 0,2 cm dik, groenachtig en zijn te vinden rondom de holen en eetplaatsen.

  • Pikorde, één dominant mannetje
  • Familiegroepen streng gescheiden
  • Verspreiden bij gebrek aan voedsel en leefruimte
  • Bewegen hoofdzakelijk langs wanden en objecten
  • Vaste looppaden tussen schuil- en voedselplaatsen
  • Verplaatsen zich op tast
  • Alleseters, voorkeur voor plantaardig voedsel, drinken dagelijks water

Per jaar werpen de wijfjes 5 à 6 keer. Ze geven per keer zo’n 5 tot 6 jongen. De draagtijd is 3 weken. Vermoedelijk zogen ze de jongen 3 tot 4 weken. Na 25 dagen zijn de jongen geslachtsrijp. De veldmuis leeft een jaar tot 16 maanden.

  • Knaagschade aan de bast aan de voet van jonge bomen.
  • Overbrengen van modderkoorts.
  • Schade in weilanden door ondermijnen van de grasmat of het bouwland door knagerij.
  • Schade in boomgaarden kan zeer aanzienlijk zijn (ringen van de bomen)
  • Zorg dat terreinen vrij zijn van ruige begroeiing.
  • Zorg voor een goed weidebeheer, houd de grasmat kort en egaal, maak slootkanten schoon en de begroeiing hiervan kort.
  • Boomgaarden: De bomenrij in zwarte grond zetten en bodembegroeiing kort houden.

Wolfspin

De meesterjagers onder de spinnen maken geen gebruik van webben. Zij achtervolgen of besluipen hun prooi. Wolfspinnen zijn dergelijke meesterjagers. Ze staan vooral bekend om hun snelheid.

Veldmuizen zijn goede gravers. Ze leven bij voorkeur op een droge, zonnige en beschutte plaats, maar wel met ruige en dichte plantengroei. Ze eten graag graangewassen, bollen, aardappelen, kool wortels en boomschors. De holen waarin ze leven graven ze zelf. Meestal horizontaal, maar het komt ook voor dat deze soms loodrecht of schuin omlaag worden gegraven, met soms wel een diepte van 60 cm. De uitgangen zijn altijd geopend en onderling verbonden door typerende looppaadjes.

De uitwerpselen zijn 0,4 tot 0,8 cm lang en 0,2 cm dik, groenachtig en zijn te vinden rondom de holen en eetplaatsen.

  • Pikorde, één dominant mannetje
  • Familiegroepen streng gescheiden
  • Verspreiden bij gebrek aan voedsel en leefruimte
  • Bewegen hoofdzakelijk langs wanden en objecten
  • Vaste looppaden tussen schuil- en voedselplaatsen
  • Verplaatsen zich op tast
  • Alleseters, voorkeur voor plantaardig voedsel, drinken dagelijks water

Per jaar werpen de wijfjes 5 à 6 keer. Ze geven per keer zo’n 5 tot 6 jongen. De draagtijd is 3 weken. Vermoedelijk zogen ze de jongen 3 tot 4 weken. Na 25 dagen zijn de jongen geslachtsrijp. De veldmuis leeft een jaar tot 16 maanden.

  • Knaagschade aan de bast aan de voet van jonge bomen.
  • Overbrengen van modderkoorts.
  • Schade in weilanden door ondermijnen van de grasmat of het bouwland door knagerij.
  • Schade in boomgaarden kan zeer aanzienlijk zijn (ringen van de bomen)
  • Zorg dat terreinen vrij zijn van ruige begroeiing.
  • Zorg voor een goed weidebeheer, houd de grasmat kort en egaal, maak slootkanten schoon en de begroeiing hiervan kort.
  • Boomgaarden: De bomenrij in zwarte grond zetten en bodembegroeiing kort houden.

Kruisspin

De kruisspin komt u minder snel tegen in huis, ze voelen zich hier namelijk niet fijn. Ze zijn voornamelijk te vinden in tuinen of parken. De kruisspin heeft een kruisvormig teken op het lijf. In tegenstelling tot de huisspin en de trilspin, spint de kruisspin wel een net web. Ze maken wielvormige webben. Deze spinnen zijn niet gevaarlijk, maar kunnen wel bijten.

Spitsmuizen zijn erg vlugge en beweegbare muizen. Ze leven voornamelijk ’s nachts en brengen een zacht piepend, fluitend of tjilpend geluid voort. Het zijn goede zwemmers. Ze houden geen winterslaap.

Ze eten vooral insecten als wormen, slakken, spinnen en larven, maar ook plantaardig materiaal. Onder boomwortels graven ze holen, maar ook andere muizenholen of mollengangen worden benut.

Het liefst zijn ze in ruig terrein; kreupelhout, struikgewas, bosranden en tuinen, maar ook in de bebouwde kom kun je ze tegenkomen in bouwafval of gestort puin.

De uitwerpselen zijn 0,4 tot 1 cm lang en 0,3 tot 0,4 cm dik, vaak in klonten aaneen geklit. Keutels zijn altijd wel vastgeplakt, onregelmatig van vorm, donkerbruin tot zwart van kleur en ze bevatten veel zand. Vaak zijn er nog glinsterende insectenresten in te herkennen. Per dag eten ze hun eigen gewicht aan voedsel op.

Spitsmuizen worden gemiddeld 2 á 3 jaar oud. Ze planten zich voort in de periode maart tot oktober. Na een draagtijd van 28 tot 33 dagen worden er 4 tot 6 jongen geboren. Ze werpen gemiddeld 2 tot 4 keer per jaar.

Spitsmuizen geven een ranzige stank. Verder geven ze veel vervuiling door urine en uitwerpselen. Boven het plafond zijn ze vaak te horen door piepgeluiden en kreten. Ze kunnen bepaalde ziektes met zich meedragen.

  • Alle openingen in buitenmuren muisdicht maken, dus kleiner dan 0,5 cm, vooral stootvoegen en ventilatieopeningen.
  • Zorg ook dat kieren onder deuren niet te groot zijn.

Gewone huisspin

De gewone huisspin is herkenbaar aan zijn bruine lijf met lichte vlekken en zijn trechtervormige spinnenweb. De vrouwelijke huisspin is groter dan de mannelijke, ze wordt gemiddeld 18 mm groot en de mannelijke huisspin 15 mm. De huisspinnen staan bekend om hun slordig gespinde webben.

Bosmuizen graven en klimmen graag. Door hun lange achterpoten zijn het uitstekende springers. Ze kunnen wel 65 cm hoog en tot 80 cm ver springen.

Bosmuizen leven van groene plantendelen, noten, zaden, insecten, wormen e.d. Bij voorkeur leven ze aan de bosrand met een dichte ondergroei, of open bos plekken met struikgewas, maar ook in aangrenzende tuinen met bomen en struikgewas.

De bosmuis woont in een zelf gegraven ondergronds hol, die wel tot wel 1 meter diep kan liggen. 

Een vrouwtje werpt gemiddeld 2 tot 4 keer per jaar, met een nestgrootte van 3 tot 7 jongen. De maximale leeftijd is ongeveer 1 jaar.

Bij bloemkwekerijen kunnen bosmuizen veel schade aanrichten. Dit doordat ze knagen aan de bloemknoppen. In de land- en tuinbouw eten ze graag aan bietenzaadjes. Verder knagen ze graag aan consumptienoten en gedroogde vruchten.

Er kan ook schade zijn door geuroverlast. Deze geur lijkt op wildgeur.

  • Voorkom zoveel mogelijk aanbod van voedsel.
  • Verwijder hoog gras en voorkom rommelhoeken.
  • Openingen in buitenmuren kunnen worden gedicht.
  • Ventilatieopeningen maximaal op 0,5 cm breedte houden en fijnmazig gaas gebruiken.
  • Kieren onder deuren kunnen met een strip worden afgedicht.
  • Geeft u de voorkeur aan een natuurlijke bestrijding, dan kan dit ook. Zet natuurlijke vijanden om de overlast te beperken. Enkele voorbeelden zijn:

    • Torenvalk,
    • Bosuil
    • Kerkuil
    • Steenuil
    • Velduil

    Indien gewenst kan Traas Nature Care diverse faunavoorzieningen leveren, zodat de omgeving voor de valken en uilen extra aantrekkelijk wordt.

Wolfspin

De meesterjagers onder de spinnen maken geen gebruik van webben. Zij achtervolgen of besluipen hun prooi. Wolfspinnen zijn dergelijke meesterjagers. Ze staan vooral bekend om hun snelheid.

Veldmuizen zijn goede gravers. Ze leven bij voorkeur op een droge, zonnige en beschutte plaats, maar wel met ruige en dichte plantengroei. Ze eten graag graangewassen, bollen, aardappelen, kool wortels en boomschors. De holen waarin ze leven graven ze zelf. Meestal horizontaal, maar het komt ook voor dat deze soms loodrecht of schuin omlaag worden gegraven, met soms wel een diepte van 60 cm. De uitgangen zijn altijd geopend en onderling verbonden door typerende looppaadjes.

De uitwerpselen zijn 0,4 tot 0,8 cm lang en 0,2 cm dik, groenachtig en zijn te vinden rondom de holen en eetplaatsen.

  • Pikorde, één dominant mannetje
  • Familiegroepen streng gescheiden
  • Verspreiden bij gebrek aan voedsel en leefruimte
  • Bewegen hoofdzakelijk langs wanden en objecten
  • Vaste looppaden tussen schuil- en voedselplaatsen
  • Verplaatsen zich op tast
  • Alleseters, voorkeur voor plantaardig voedsel, drinken dagelijks water

Per jaar werpen de wijfjes 5 à 6 keer. Ze geven per keer zo’n 5 tot 6 jongen. De draagtijd is 3 weken. Vermoedelijk zogen ze de jongen 3 tot 4 weken. Na 25 dagen zijn de jongen geslachtsrijp. De veldmuis leeft een jaar tot 16 maanden.

  • Knaagschade aan de bast aan de voet van jonge bomen.
  • Overbrengen van modderkoorts.
  • Schade in weilanden door ondermijnen van de grasmat of het bouwland door knagerij.
  • Schade in boomgaarden kan zeer aanzienlijk zijn (ringen van de bomen)
  • Zorg dat terreinen vrij zijn van ruige begroeiing.
  • Zorg voor een goed weidebeheer, houd de grasmat kort en egaal, maak slootkanten schoon en de begroeiing hiervan kort.
  • Boomgaarden: De bomenrij in zwarte grond zetten en bodembegroeiing kort houden.

Wielspin

Wielspinnen zijn de bekendste soort spinnen. Ze hebben hun naam te danken aan het wielvormige web die ze maken. Het web gebruiken ze om hun prooien mee te vangen. Andere soorten vangen hun prooien met trechtervormige webben, een hangmat of een buis.

Veldmuizen zijn goede gravers. Ze leven bij voorkeur op een droge, zonnige en beschutte plaats, maar wel met ruige en dichte plantengroei. Ze eten graag graangewassen, bollen, aardappelen, kool wortels en boomschors. De holen waarin ze leven graven ze zelf. Meestal horizontaal, maar het komt ook voor dat deze soms loodrecht of schuin omlaag worden gegraven, met soms wel een diepte van 60 cm. De uitgangen zijn altijd geopend en onderling verbonden door typerende looppaadjes.

De uitwerpselen zijn 0,4 tot 0,8 cm lang en 0,2 cm dik, groenachtig en zijn te vinden rondom de holen en eetplaatsen.

  • Pikorde, één dominant mannetje
  • Familiegroepen streng gescheiden
  • Verspreiden bij gebrek aan voedsel en leefruimte
  • Bewegen hoofdzakelijk langs wanden en objecten
  • Vaste looppaden tussen schuil- en voedselplaatsen
  • Verplaatsen zich op tast
  • Alleseters, voorkeur voor plantaardig voedsel, drinken dagelijks water

Per jaar werpen de wijfjes 5 à 6 keer. Ze geven per keer zo’n 5 tot 6 jongen. De draagtijd is 3 weken. Vermoedelijk zogen ze de jongen 3 tot 4 weken. Na 25 dagen zijn de jongen geslachtsrijp. De veldmuis leeft een jaar tot 16 maanden.

  • Knaagschade aan de bast aan de voet van jonge bomen.
  • Overbrengen van modderkoorts.
  • Schade in weilanden door ondermijnen van de grasmat of het bouwland door knagerij.
  • Schade in boomgaarden kan zeer aanzienlijk zijn (ringen van de bomen)
  • Zorg dat terreinen vrij zijn van ruige begroeiing.
  • Zorg voor een goed weidebeheer, houd de grasmat kort en egaal, maak slootkanten schoon en de begroeiing hiervan kort.
  • Boomgaarden: De bomenrij in zwarte grond zetten en bodembegroeiing kort houden.

Trilspin

Trilspinnen zijn een stuk kleiner dan de gewone huisspin, ze zijn 7 tot 10 mm groot. De trilspin maakt ook slordige webben en spinnen deze vaak aan het plafond of achter meubels.

Huismuizen komen vooral in gebouwen voor, vaak boven de plafonds en zijn vooral ’s nachts actief. Ze eten alles, maar bij voorkeur graan, peulvruchten en noten. De uitwerpselen zijn 0,3 tot 0,8 cm lang en 0,1 tot 0,3 cm dik, vrij spits van vorm. Per dag eten ze 3 tot 5 gram voedsel. 

Het wijfje werpt jaarlijks 6 tot 10 worpen van 5 tot 6 jongen. De jongen zijn na 2 maanden geslachtsrijp, de draagtijd is 3 weken. De gemiddelde levensverwachting van de huismuis is ongeveer 1 jaar.

  • Huismuizen kunnen voor behoorlijk wat schade en overlast zorgen. Naast het feit dat ze van voedselvoorraden eten, veroorzaken ze ook knaagschade en kunnen ziektekiemen verspreiden.
  • Zorg dat terreinen vrij zijn van ruige begroeiing.
  • Zorg voor een goed weidebeheer, houd de grasmat kort en egaal, maak slootkanten schoon en de begroeiing kort.
  • Boomgaarden: De bomenrij in zwarte grond zetten en bodembegroeiing kort houden.

Weren

Vaak zien we bij veel overlast van spinnen dat de oorzaak te vinden is in de omgeving. De plaatsen waar het meeste overlast van spinnen is, zijn vaak omringd door zoet en stilstaand water. Hier komen diverse insecten uit, zoals muggen en vliegjes. Zij worden bij het opstijgen door de wind richting de woningen geblazen. Omdat deze dieren het hoofdvoedsel van spinnen zijn, komen de spinnen dus naar de woningen om deze muggen en vliegjes te vangen.

Op het bestrijden van spinnen buiten het huis is geen bestrijdingsmiddel toegestaan in Nederland. Dit is ook niet nodig omdat er andere manieren zijn om de overlast te beperken. Denk hierbij aan het uitzetten van vissen die de larven van de muggen eten of het aanbrengen van faunavoorzieningen. Vleermuizen vangen zeer veel insecten voordat ze bij woningen en gebouwen komen. Het aanbrengen van nestkasten voor zwaluwen en andere vogels helpt eveneens mee om spinnen overlast indirect tegen te gaan.

 

Hoe gaan wij te werk?

Wij behandelen uw kozijnen, overstekken en/of goten preventief met ons eigen product. Uiteraard nemen wij tijdens de behandeling de naden en kieren mee. Ons product zorgt ervoor dat u circa vier tot zes maanden geen overlast meer ervaart. Het enige wat van u verwacht wordt is dat de plaatsen die behandeld moeten worden vrij zijn van spinraggen en vuil. Het is verstandig om de eerste zes weken de behandelde plekken te ontzien. Daarna kunt u gewoon uw ramen zemen.

Indien u dit wenst kunnen we een contract opstellen voor een behandeling van één of twee keer per jaar met een bepaalde looptijd. Hiermee bespaart u kosten. Voor meer informatie kunt u contact met ons opnemen.